De ontwikkeling van een nieuw stadsdeel (stadsinbreiding) langs de Koningin Fabiolalaan, en ook, op beperkte schaal ter hoogte van het nieuwe Prinses Mathildeplein aan de zuidzijde van het station is één van de pijlers van het Project Gent Sint-Pieters.
Vanaf 2010 zal één en ander vorm krijgen op dat vlak.
Nieuwe stedenbouwkundige studies en concretere inzichten verfijnden met name de bepalingen van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) uit 2006 i.v.m. de stationsomgeving en de K. Fabiolalaan.
Hoe wordt de opgelegde mix van kantoren, woningen, commerciële ruimtes, buurtvoorzieningen, vrijetijdsfuncties en nieuw openbaar domein in aantrekkelijke, duurzame en haalbare scenario's vertaald? Hoe verlopen de verdere stappen die uiteindelijk leiden tot architectuur, gebouwen, pleinen en groen?
De hieronderstaande tekst en simulatiebeelden vormen een ontwerp van synthese op datum van 22 juni 2010, datum waarop de betrokken grondeigenaars een dialoog en raadpleging organiseren met de buurtbewoners en stakeholders. De synthese heeft op dat moment GEEN statuut van een politiek goedgekeurd document. De publieksvergadering, en de raadpleging via formulieren (o.m. op www.projectgentsintpieters.be) heeft juist tot doel om ook de signalen en bezorgdheden van bewoners, handelaars en betrokken organisaties mee te integreren in een document dat een belangrijke studieperiode afsluit.
Tussen de sporen en de K. Fabiolalaan ligt een langgerekte zone te ontwikkelen terrein (1,3 km lang, een kleine 8 ha, 1/3 eigendom van de spoorwegmaatschappij, 2/3 van de Stad Gent).
Via het Gewestelijk RUP van 2006 legt de Vlaamse overheid al een heel aantal harde voorwaarden op aan de toekomstige ontwikkeling.
Aan zone A (2,6 ha vlakbij het station, te ontwikkelen door Euro Immo Star in opdracht van B-Holding) wordt een andere densiteit, sfeer en functieverdeling opgelegd dan aan de zones B (middendeel, 3,6 ha) en zone C (1,5 ha, tot aan de Snepkaai), beide eigendom van de Stad Gent.
In zone A bepaalt de reeds gebouwde ondergrondse pendelparking in ruime mate waar bovenliggende kantoren, woningen en pleinen zullen komen. Vooral in de zones B en C vallen er, binnen de Gewestelijke RUP-voorwaarden nog heel wat strategische keuzes te maken.
In 2011 zal het stadsbestuur op basis van deze strategische keuzes een reeks bestekken opmaken, waarmee de kandidaat-projectontwikkelaars aan de slag kunnen gaan.
Het stadsbestuur wenst de keuzes niet enkel te baseren op adviezen van stedenbouwkundigen, mobiliteitsexperts en architecten, maar ook op signalen en adviezen uit de buurt.
In deze presentatie willen wij u stap voor stap uitleggen welk proces we afgelegd hebben en wat er in de toekomst nog op stapel staat. Wij hopen dat u op basis van deze informatie een goed beeld heeft van, en een constructieve bijdrage kunt leveren tot de ontwikkeling van de K. Fabiolalaan.
De presentatie is opgebouwd uit volgende delen: 1) Context 2) Krijtlijnen (de grote principes en marges) 3) gedetailleerde studie van de zone A (SOFA-zone), de zone dichtst bij het station 4) gedetailleerde studie van zone B, de middelste zone, die wij ‘wijkcentrum' zullen noemen, 5) gedetailleerde studie van de zone C, dichtst bij de Snepkaai. Deze zone zullen we de ‘groene rand' noemen. 6) Synthese 7) Over welke sleutelkwesties willen wij de buurt en de stakeholders raadplegen?
Hoofdstuk 1: context:
In welk breder kader zit deze project- en gebiedsontwikkeling langs de K. Fabiolalaan ? De ligging van de K. Fabiolalaan is strategisch hoogwaardig. De nabijheid van het vernieuwde knooppunt van openbaar vervoer rond Gent-Sint-Pieters garandeert de bereikbaarheid vanaf het centrum en de buitenzijdes van de stad, zowel met bus, tram als trein. Als je hier extra ruimte creëert om te wonen en te werken dan wordt de impact van die ontwikkeling op de automobiliteit aanzienlijk beperkt.
De ontwikkeling van het gebied aan de K. Fabiolalaan staat niet op zich. Zij hangt samen met de andere deelprojecten van het project Gent Sint-Pieters.
Hier krijgt u een overzicht van de verschillende deelprojecten van het PGSP.
Wat beogen de projectpartners/eigenaars (Stad Gent en NMBS-groep) voor de ontwikkeling langs de K. Fabiolalaan ?
- dat de terreinen rond het station goed benut worden, precies omdat deze zone goed ontsloten is.
- dat de Rijsenbergbuurt wordt afgewerkt. Door zijn ontwikkelingsgeschiedenis kreeg de wijk een soort zelfkant aan de K. Fabiolalaan.
Gent streeft in alle stedelijke ontwikkelingsprojecten principieel naar duurzaamheid in de brede betekenis van het woord. In het Project Gent Sint-Pieters en op de K. Fabiolalaan vertaalt zich dat in: spaarzaam omgaan met de schaarse openbare ruimte, aandacht voor openbaar vervoer en trage weggebruikers, aandacht voor groene en sociale voorzieningen en energiezuinig bouwen, aanwenden van duurzame bouwmaterialen, duurzaam omgaan met water...
Een stand van zaken opmaken tot heden, betekent dat we ook kijken naar de historiek.
Eind jaren '90 kwam een allereerste stedenbouwkundig plan op tafel, als vrucht van een wedstrijd. De dichte bebouwing op de kop van de K. Fabiolalaan (kant station) viel op. Via een aantal tussenstappen legde Eurostation, een studiebureau van de spoorwegmaatschappij, in opdracht van en in samenwerking met de projectpartners een nieuw stedenbouwkundig plan neer, in 2005. Dat plan werd verhelderd in een eerste synthesedocument. Het werd door de verschillende betrokken organisaties goedgekeurd als een basis om een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) aan te vragen.
Bij de Franse landschaparchitect Alain Marguerit werd een plan voor de inrichting van de vele nieuwe publieke ruimte (straten, pleinen, groen) besteld.
Beide plannen mondden, samen met een MER-studie (MilieuEffectenRapport), een hoogbouweffectrapport en een mobiliteitsstudie uit in een door het Vlaams Gewest goedgekeurd Ruimtelijk UitvoeringsPlan... dat op zijn beurt resulteerde in verschillende bouwaanvragen en bouwvergunningen.
In 2007 kon en moest de Kwaliteitskamer met haar studieopdrachten dus niet van een leeg blad vertrekken.
Andere vaststelling: De vele actoren en beslissingsniveaus maken dit project complex. U ziet de betrokken organisaties op dit beeld.
Het Gewestelijk RUP uit 2006 beschrijft de fysieke grenzen van het projectgebied, en ook de juridische marges waarbinnen alle latere stedenbouwkundige en architecturale ontwerpen moeten passen. Wij zitten vb. vast aan de dwingende verplichting om tussen de 170.000m² en 220.000m² vloeroppervlakte te realiseren. Er zijn verplichte bouwlijnen, er zijn regels i.v.m. de hoogte van de gebouwen, i.v.m. de inplanting van de torens en de inplanting van het Logistiek Centrum Infrastructuur van de NMBS-groep. Enzovoort.
Tussen 2007 en heden zijn we intensiever de Rijsenbergbuurt gaan bestuderen en analyseren. Dat bleek een interessante oefening om nieuw en bestaand nog beter op elkaar te laten aansluiten.
Wat leert onze analyse? De K. Fabiolalaan is een belangrijke as in de wijk. De laan vormt een rand van de stedelijke structuur. Ze verandert van gedaante naargelang het deel waarin we ons bevinden. De huidige breedte van de laan brengt beperkingen mee qua mobiliteit en parkeren.
Hoofdstuk 2 Krijtlijnen.
In dit hoofdstuk leggen we de visie en principes uit om de nieuwe projectzones langs de K. Fabiolalaan aan te sluiten op het specifieke karakter van de Rijsenbergwijk.
We stellen vast dat de Rijsenbergbuurt stedenbouwkundig vrij homogeen is. Ze heeft twee opvallende stedenbouwkundige kenmerken:
- Er is geen echt centrum waarmee de wijk kan worden vereenzelvigd.
- Er zit een patroon in de zijstraten die op de K. Fabiolalaan uitmonden. Eén bundel straten vormt een verbinding tussen het stadscentrum en het station (vb. de Rijsenbergstraat). Een andere bundel vormt eerder een lokale verbinding (vb. de Sportstraat). Daarnaast lopen enkele straten diffuus door de buurt.
Op basis van dit patroon en afgestemd op de structuur van de Rijsenbergbuurt kan je een geleding in de K.Fabiolalaan waarnemen:
- de stationsgerelateerde kant: dichtbij het station, een deel met een grote densiteit en drukte en met een bovenlokaal belang.
- het centraal deel: het middendeel van de K. Fabiolalaan waar ondermeer de Aaigemstraat, de Verpleegstersstraat en de Sportstraat uitkomen.
- de groene rand: het deel nabij de Snepkaai, dat een eerder groene invulling heeft.
Wij denken dat we de toekomstige K. Fabiolalaan én de nieuwe projectontwikkeling tussen de K. Fabiolalaan en de sporen met die drie wisselende sferen en functies in overeenstemming moeten brengen.
- In het eerste deel, aansluitend bij het station, zal de publieke ruimte fungeren op een bovenlokaal niveau. De K. Fabiolalaan wordt een statige boulevard, te vergelijken met de P. Clementinalaan of de K. Elisabethlaan.
- In het middendeel zien wij een wijkcentrum groeien. Hier zou de K. Fabiolalaan op wijkniveau een verzamelende rol moeten spelen.
- In het laatste stuk, ter hoogte van de Snepkaai, kan de K. Fabiolalaan een groen karakter krijgen.
Welke mogelijkheden hebben wij daarvoor? In het Gewestelijk RUP staat dat de K. Fabiolalaan aanmerkelijk verbreed moet worden. Vandaag is de laan gemiddeld 15 meter breed. Een nieuwe breedte van 19 meter laat toe om autoverkeer te combineren met zacht verkeer. Vandaag zijn er niet overal goede fietspaden, comfortabele trottoirs en is er niet altijd voldoende plaats om te parkeren.
Het verhaal van de 3 wisselende sferen van de (nieuwe) publieke ruimte is gekoppeld aan het verhaal van het reliëf (hoogte van het bouwterrein).
Vandaag is de K. Fabiolalaan aan één kant voorzien van een berm naar het spoorwegplateau. Dat talud zal gedeeltelijk afgegraven moeten worden om de gebouwen te doen aansluiten op de Rijsenbergbuurt. In de zone C willen we de afgravingen minimaal houden.
Het grondverzet dat gepaard gaat met het afgraven van het talud heeft een zware impact op de werffase, op de prijs, maar vooral ook op het eindresultaat. Sinds 2008 hebben we bestudeerd op welke manier we de afgravingen zo veel mogelijk kunnen beperken.
Hoofdstuk 3: zone A of SOFA-zone, vlakbij het station.
Dit terrein komt overeen met de dakplaat boven de nieuwe ondergrondse pendelparking. Deze zone wordt sterk uitgebouwd in relatie met het station, of liever met het mobiliteitsknooppunt Gent-Sint-Pieters. De ontwikkelingen in deze zone overstijgen het loutere wijkniveau.
Het architecturaal ontwerp van het eerste gebouw voor zone A, het kopgebouw aan het Maria-Hendrikaplein, is al uitgewerkt: een kantoortoren van 90 meter hoog die tegen het spoorlichaam is gebouwd, met een veel lagere vleugel die zich uitstrekt langs de K. Fabiolalaan en die het drukke transferium (busstation en tramcorridor) omarmt. Het gebouw heet "De Link" en is getekend door het Antwerpse architectenduo Poponcini&Lootens. Rond deze tijd wordt de bouwaanvraag ingediend.
Te voet, per fiets, per tram, per trein, per bus, per auto: met alle vervoersmodi komen de toekomstige werknemers en bezoekers (aan de loketfuncties) gemakkelijk en snel bij dit gebouw. Het LINK-gebouw krijgt een verbindende rol tussen de typische stationsdrukte aan de kant van het Maria-Hendrikaplein en de meer verblijfsgerichte rustige pleinfunctie binnenin de ontwikkeling. Die ontdek je als je het gebouw passeert, via de brede hellende esplanade die onder de twee bouwdelen doorloopt.
Voor de kop van de zone A is de esplanade cruciaal: ze ligt op het niveau -1. Ze verbindt via brede hellingen het trein-, tram-, en fietsgebeuren in het station met de K. Fabiolalaan en de open ruimte tussen de verdere projectontwikkeling. Het conflict tussen voetgangers/fietsers en tram/bus/auto wordt weggeruimd.
De arm van het gebouw heeft een beperkt aantal bouwlagen en een publiek karakter (auditorium, cafetaria...). De zogenaamde 45° regel (de helft van een rechte hoek) i.v.m. bouwhoogte wordt gerespecteerd: een gebouw is niet hoger dan de afstand tot de overkant (de bestaande huizen op de K. Fabiolalaan).
De 45° regel uit het Gewestelijk RUP geldt voor heel de ontwikkelingszone van de K. Fabiolalaan. Hoe verder van de bestaande huizen, hoe hoger er mag gebouwd worden. Bouwblokken langs de sporenkant mogen hoger. Het LINK-gebouw is 90 meter hoog.
Op deze schets zijn ook de andere mogelijke bouwblokken te zien zoals ze volgens het Gewestelijk RUP en volgens de steunkolommen in de ondergrondse pendelparking kunnen worden ingeplant. Zone A is de drukst bebouwde van de drie zones en heeft het grootste percentage kantoor, commerciële en publieke functies in vergelijking met de zones B en C.
Zone A is voldoende breed om een dubbele rij gebouwen te realiseren. Zoals te zien is op de doorsnede, ontstaat er een esplanade tussen de nieuwe gebouwen, die parallel loopt met de verbrede K. Fabiolalaan.
Een laatste opvallend element aansluitend bij zone A is het toekomstige Logistiek Centrum Infrastructuur van de NMBS-groep, kortweg LCI. Het gebouw wordt helemaal tegen de sporen gebouwd, op de grens tussen zone A en zone B. Er is al een bouwvergunning voor goedgekeurd. De realisatie start zeer binnenkort.
Hoofdstuk 4: Zone B, de middenzone van de K. Fabiolalaan.
Grosso modo reikt deze zone vanaf de zijstraat Aaigemstraat tot voorbij de Verpleegsterstraat. Ze is eigendom van de Stad Gent. Wij stellen voor om hier een verzamelend wijkcentrum te creëren.
Het Gewestelijk RUP verplicht ons om de bouwblokken hier te schranken. We willen de schakering zo organiseren dat de buitenruime een publiek karakter krijgt en maximaal aansluit op de bestaande wijk.
Het Gewestelijk RUP heeft in zone B zogenaamde tuinkamers gedefinieerd. De tuinkamers langs de K. Fabiolalaan worden in dit voorstel uitgewerkt als groene wijkpleintjes. Eén plein komt aan de Aaigemstraat en het ziekenhuis en één tussen de Sportstraat en de Verpleegsterstraat. Ze krijgen elk een eigen karakter en spelen een rol voor de hele buurt, dus niet alleen voor de bewoners van de nieuwe gebouwen.
Als je ter hoogte van de Aaigemstraat (onderste tekening) en ter hoogte van de Verpleegsterstraat (bovenste tekening) een doorsnede zou maken dan zie je dat de K. Fabiolalaan verbreedt tot het publiek plein, dat zich uitstrekt van gevel tot gevel. Hiermee willen we de verblijfsfunctie van pleinen én straat benadrukken. De verschillende zijstraten (Sportstraat, Verpleegsterstraat, Aaigemstraat) en het ziekenhuis groeperen we via de publieke pleinen tot één samenhangende ruimte. Het verkeer zal er worden afgeremd om de K. Fabiolalaan gemakkelijk te kunnen oversteken.
Na de definitie van de publieke ruimte zijn we vervolgens een complex en intensief proces gestart om de juiste maat en omvang van de gebouwen te bepalen. Het Gewestelijk RUP legt al dwingende regels op i.v.m. de minimale en maximale hoogte voor de bebouwing. Binnen deze marges zochten we naar de optimale bouwvolumes zodat ze visueel en naar beleving en bezonning aangenaam zouden zijn. Als uitgangspunt kiezen we voor lagere gebouwen langs de K. Fabiolalaan en hogere gebouwen in tweede orde (langs de sporen).
Het Gewestelijk RUP laat toe om langs de K. Fabiolalaan een gebouw van zes bouwlagen onder de kroonlijst te realiseren. Binnen het Gentse stadsbestuur echter is er een consensus om de bouwmogelijkheden van her RUP niet volledig te benutten. Zo kunnen we de bouwhoogte beperken tot maximaal 5 bouwlagen en één teruggetrokken laag. Dus één bouwlaag minder dan het Gewestelijk RUP toelaat. In dit beeld optimaliseren we de visuele impact en de belevingswaarde van de gebouwen nog, door de hoogte verder te beperken tot 4 bouwlagen onder de kroonlijst met 2 teruggetrokken bouwlagen er bovenop.
Dit is een impressie van het plein aan de K. Fabiolalaan ter hoogte van de Aaigemstraat. De gebouwen worden teruggetrokken. De verschillende groene ruimtes staan met elkaar in verbinding zodat er een publiek groen wandelparcours ontstaat doorheen de verschillende tuinkamers. Op het gelijkvloers zien we publieke functies, aansluitend op het reeds aanwezige ziekenhuis.
Het plein tussen de zijstraten Sportstraat en Verpleegsterstraat wordt het zwaartepunt van het wijkcentrum. De Boentweg (een lokale verbindingsweg tussen de nieuwe Timichegtunnel en de K. Fabiolalaan) sluit ter hoogte van de Sportstraat aan op de K. Fabiolalaan. Dit plein leent zich vb. voor een lokale supermarkt.
Wij stellen dit plein ook voor als een plek voor een school, een sportzaal en een locatie voor een jeugdvereniging. Op termijn misschien ook voor een kinderdagverblijf. We kunnen het reliëfverschil benutten, door vb. het dak van de sporthal als buitenspeelruimte voor de school te laten gebruiken. We denken aan een ‘brede' school, die haar infrastructuur buiten de schooluren ter beschikking stelt van de omwonenden.
Doorheen zone B en achterlangs de gebouwen loopt de Boentweg: een nieuwe straat die de Timichegtunnel met de K. Fabiolalaan (ter hoogte van de Sportstraat) zal verbinden. Deze weg wordt een lokale verbinding tussen de stationswijken aan beide zijden van de spoorwegberm. Enerzijds zal de weg dit lokale karakter moeten uitstralen (met versmallingen en snelheidsremmers). Anderzijds hebben we voor de Boentweg gezocht naar een zo hoog mogelijke belevingswaarde met voldoende groen en bezonning. Om dezelfde reden variëert de bebouwing voortdurend. We stellen ook voor om de keermuur tussen de spoorwegberm en de projectontwikkeling gedeeltelijk om te vormen tot een groene helling.
Hoofdstuk 5: Zone C: Dit deel behandelt de derde zone, vanaf het gebouw van Financiën tot aan de Leie.
Opnieuw wijzigt het karakter van de K. Fabiolalaan hier volledig. Er is geen systematische bebouwing meer langs beide zijden van de laan.
De nadruk ligt hier op de woonfunctie en op een groene omgeving. De K. Fabiolalaan kan hier een soort parklaan worden. In plaats van een dubbele bomenrij zoals helemaal in het begin van de laan, komt er een pakket van bomen aan beide zijden van de weg. De meeste bestaande bomen langs de K. Fabiolalaan kunnen hier behouden blijven. Een belangrijk stuk van het beschikbare spoortalud (het terrein ligt hoog) wordt omgevormd tot een park.
Op dit bovenaanzicht is de volledige zone C uitgetekend. Rechts ligt het park (groene ruimte) dat ontsloten wordt door een pad voor fietsers en voetgangers. Het Gewestelijk RUP spreekt van een pad van stad ( kant Maria-Hendrikaplein) naar land (kant Snepkaai). Via een brug over de Leie komt het pad uit in het recreatiedomein Blaarmeersen.
Links in de zone C is er (woon)bebouwing: twee (woon)torens en een viertal kleinere gebouwen omgeven door groen. Uiterst links, vlak tegen (en parallel met) de Snepkaai en de Leie vertrekt een dienstweg die het nieuwe LCI-gebouw van de spoorwegen ontsluit.
Dit is een impressie van het nieuwe park. Over de volle breedte van de projectzone C is hier geen bebouwing. Er is alleen een wandel- en fietspad doorgetrokken. De invulling van het park zal later verder worden bepaald volgens de noden van de Rijsenbergbuurt.
Het nieuwe ‘Rijsenbergpark' krijgt 4 toegangen vanaf de Rijsenbergbuurt:
- vanaf de toekomstige school in zone B
- via een trap dichtbij de Verpleegstersstraat
- via een helling vanaf de Suzanne Lilarstraat
- via een trap en een pad richting Marathonstraat
Het park is ook bereikbaar via het fiets- en wandelpad vanaf de Snepkaai en de Blaarmeersen.
De Rijsenbergbuurt telt nu al een aantal interessante groene elementen: de sportvelden aan het Olympiadeplein, het groen t.h.v. de Rijsenbergstraat, het pleintje aan de appartementen in de Verpleegsterstraat, het bos nabij de S. Lilarstraat (tot aan de Marathonstraat), het Duifhuispark. Het voorstel van het bijkomende park in zone C kadert in het opzet van Stad Gent om op termijn de verschillende groene elementen van de Rijsenbergbuurt met elkaar te verbinden. Daardoor ontstaat een groen netwerk dat voor de hele wijk een toegevoegde waarde heeft.
In het Gewestelijk RUP is de plaats van het nieuwe park ingekleurd als bebouwbare zone. Wij stellen echter voor om de realiseerbare vloeroppervlakte op te nemen in de andere bouwvolumes van zone B.
Op de zones A, B en C loopt een wandel en fietscorridor die in het Gewestelijk RUP omschreven staat als ‘pad van stad naar land': het karakter van dit pad zal dus qua sfeer veranderen naargelang je in zone A, B of C bent. Het pad volgt het reliëf van het terrein en stijgt dus in zone C naar een hoogte van 6 meter boven het niveau van de Snepkaai. Vanaf dat punt komt er een brugverbinding over de Leie, naar de Blaarmeersen.
Hoe willen omgaan met de bebouwing in zone C? Het Gewestelijk RUP legt op om hier minstens één hoge toren te bouwen, tussen 60 en 90 m hoog. Uiteindelijk is er voor gekozen om twee torens te realiseren, een hogere en een lagere. Deze configuratie levert het grootste aandeel onbebouwde grondoppervlakte op en dus een vrij grote groenzone. Aan beide zijden van de bebouwde groene ruimte krijgen we een torengebouw. Eén van ongeveer 60 meter hoog in de as (bocht) van de K. Fabiolalaan en één torengebouw van ongeveer 80 meter hoog aan de kop van de Snepkaai. Met nog een viertal kleinere gebouwen die op het talud staan.
De toren in de bocht van de k. Fabiolalaan en de vier kleinere gebouwen in zone C zijn zowel vanaf de straat als vanaf het park toegankelijk. Parkeren wordt in ondergrondse parkeergarages de gebouwen gepland, met één of twee toegangen vanaf de K. Fabiolalaan.
Voor de "kop" van het gebied, aan de Snepkaai, is een bijzondere oplossing uitgewerkt.
Hier overwint een toegangsweg het niveauverschil tussen de K. Fabiolalaan en het spoorwegtalud. Deze weg is nodig om de verschillende spoorfuncties (toegangsweg naar het LCI) te bedienen. Door de weg ter hoogte van de Snepkaai in te planten, hoeven we het park niet te doorsnijden.
We stellen voor om deze weg niet alleen voor dienstverkeer te benutten, maar meteen ook als ontsluiting voor de laatste toren. Die krijgt dan minstens twee toegangen: één aan het park en één aan de spoorzijde.
De impact van de toegangsweg op het uiteinde van het park blijft volgens ons beperkt. We verhogen het spoortalud hier van vier naar zes meter in functie van de aansluiting van de nieuwe brug over de Leie. Zo wordt vanaf het park het verkeer aan het zicht onttrokken.
De spoorwegmaatschappij gaat akkoord om het eerste deel van deze weg publiek toegankelijk te maken, tot aan het park. Zo blijft het hogergelegen park toch bereikbaar voor onderhouds- en hulpdiensten.
Het tweede stuk van de nieuwe weg (richting LCI) is spoorwegdomein en alleen toegankelijk voor bedieningsverkeer van de spoorwegen.
Welke effecten qua bezonning en schaduw zullen de nieuwe bouwvolumes in zone C én zone B hebben op de bestaande omgeving? Op deze afbeeldingen hebben wij de richting en de lengte van de schaduwen op verschillende tijdstippen van de dag en in verschillende seizoenen weergegeven. De hoogtes en de inplanting van de mogelijke bouwblokken zijn zodanig gekozen dat de schaduwwerking voor de bestaande bebouwing tot een minimum beperkt blijft. Voor de situatie in de zomer merken we vb. dat de koptoren in de groene rand (zone C) pas in de late namiddag het dichtstbijzijnde gebouw aan de overkant van de K. Fabiolalaan aanraakt. Op de andere dagtijdstippen is er geen schaduwhinder. In het voorjaar en najaar reiken de schaduwen zeker aan het eind van de dag tot aan de gebouwen aan de overkant. Overdag zijn de schaduwlijnen relatief kort. Het is vooral in de winter -maar dan zijn de meeste straten bijna volledig beschaduwd- dat de impact van de nieuwe gebouwen groter wordt.
Hoofdstuk 6: Samenvatting.
In dit hoofdstuk worden de hoofdlijnen van de studies, visies en adviezen gegeven, met nog enkele aanvullingen in verband met de mogelijke functies (wonen, sociale woningen, openbare gebouwen...). Voor de buurtbewoners en stakeholders vormen de slides 49 tot 60 een leidraad om op 22 juni 2010 en de dagen nadien de dialoog met de partners/grondeigenaars aan te gaan met kennis van zaken. Tijdens het dialoogcafé (22/06/10) zijn deze samenvattende slides voor alle aanwezigen gekopieerd.
Begin 2010 is een aanzet gegeven naar het mogelijks aanwenden van een deel van de bouwvolumes op zone B en C, en in de overige projectontwikkelingszones rond het station Gent Sint-Pieters, voor gemeenschapsfuncties. De lijst is het resultaat van een intern onderzoek bij de verschillende departementen van het Gentse stadsbestuur. Deze lijst betekent niet dat het financieel plaatje voor deze gemeenschapsinvesteringen rond zou zijn.
Woon- en kantoorfuncties. Het Gewestelijk RUP vraagt om de functie kantoor/werk en wonen en commercie te mengen in de 3 zones en geeft minimale en maximale percentages per deelzone. De kantoren (en zeker de bijhorende loketfuncties) horen vooral thuis in zone A. In zone C is bijna uitsluitend sprake van wonen.
De behoefte aan bijkomende wooneenheden op het grondgebied Gent is groot, blijkt uit de recente woonbehoeftestudie van het stadsbestuur. De berekening van de precieze hoeveelheid nieuwe wooneenheden op de K. Fabiolalaan, en vooral de aard/doelgroep en grootte van elk van de wooneenheden dient nog verder uitgewerkt. In deze simulatie is er sprake van 1180 nieuwe wooneenheden. Zeker is (verplichting van de Stad Gent) dat 20% (per zone) van de ontwikkelde wooneenheden gereserveerd is voor sociale woningbouw.
De mobiliteit (parkeren, ontsluiting, zacht vervoer...) voor de projectontwikkeling aan de K. Fabiolalaan is mee bestudeerd. De mate waarin vb. ruimte moet voorzien worden voor (extra ondergrondse) parkeerplaatsen in de zones B en C, en de ontsluiting van de parkings beïnvloedt de stedenbouwkundige planning.
Onder de volledige zone A bevindt zich een pendelparking voor 2700 auto's. Wie daar in de nieuwe kantoren komt werken, wie in de nieuwe appartementen op zone A komt wonen, en wie de kantoren of woningen bezoekt, zal IN die pendelparking een plaats vinden. ( De pendelparking is natuurlijk wel voor het grootste deel bedoeld als parkeerplaats voor treinreizigers en pendelaars die per auto naar het station komen, alvorens de trein te nemen) .
Ook in de zones B en C zal er nood zijn aan parkeergarages onder de nieuwe gebouwen. Het is niet de bedoeling om de extra parkeerdruk af te wentelen op het bovengronds straatparkeren op de K. Fabiolalaan of in de Rijsenbergwijk. Het is wel expliciet de bedoeling om te streven naar duurzame mobiliteit.
Uit dit synthesedocument (aangevuld met reacties/suggesties van het publiek) zullen de grondeigenaars (Stad Gent en NMBS-Groep) zelf verder conclusies moeten trekken, en keuzes moeten maken. Het is mogelijk dat sommige onderzochte verfijningen als bijkomende dwingende randvoorwaarde (bovenop de dwang van het Gewestelijke RUP) worden meegegeven aan de toekomstige investeerders. Andere studie-elementen van de kwaliteitskamer kunnen het statuut krijgen van ‘richtinggevend' (te volgen tenzij men argumenten aandraagt voor een nog beter alternatief) of van een (vrijblijvende) ‘suggestie' naar de markt. Het synthesedocument is in de huidige vorm niet te verwarren met definitieve bouwplannen. Die komen pas in latere fase tot stand.
Fasering. Wanneer wordt welk deel van de projectontwikkeling aan de Fabiolalaan verwacht ? Tot 2012 wordt er wellicht enkel gebouwd aan het LINK-gebouw en aan het LCI (beiden zone A). Tussen 2012 en 2015 kunnen zone C en de overige bouwblokken op zone A tegelijkertijd worden ontwikkeld. In 2015 is zone B ontruimd en kan de Boentweg aangelegd worden op zone B. In de vijf daaropvolgende jaren, tot 2020 kunnen de bouwvolumes en tuinkamers in het wijkcentrum (zone B) gerealiseerd worden.
Buurtbewoners, handelaars, organisaties die zich betrokken voelen bij het Project Gent Sint-Pieters en bij dit verhaal van stadsontwikkeling kunnen hun mening of advies geven. Velen deden dit al tijdens het dialoogcafé van 22 juni 2010. Tot eind juni 2010 kan u onderstaand formulier downloaden, invullen en mailen... of aanvragen bij het infopunt, en het daarna ingevuld versturen of afgeven op het infopunt. ( let op: nieuw adres: P. Clementinalaan 215, 9000 Gent) . Veel succes !
STADSVERNIEUWING GENT SINT-PIETERS - FABIOLALAAN, REACTIEFORMULIER JUNI 2010